Vaste en eenjarige zonnebloemen

In al het geweld van een hele reeks planten uit de nieuwe wereld werd de zonnebloem vooral beschouwd als een sierlijk gewas. Tussen de eerste beschrijving in Dodoens kruidenboek in 1568 en de eerste serieuze toepassingen als cultuurplant is er wel wat tijd voorbij gegaan. In 1716 werd er een patent toegewezen voor de techniek van het persen van olie uit zonnebloemzaad. Toen tsaar Peter de Grote in 1697 in Nederland voor het eerst zonnebloemen zag was hij daar zo enthousiast over, dat hij zaden mee terug nam naar Rusland.
In Rusland bleken de zonnebloemen ongelooflijk goed te groeien. Zonnebloem olie werd een belangrijke spijsolie. Ook vandaag de dag is de kweek van zonnebloemen uitermate belangrijk. Na de sojaboon is de zonnebloem de grootste leverancier van olie.
Na vele omzwervingen in Europa en vele jaren van selectie in met name Rusland is de zonnebloem al weer vanaf eind 19de eeuw terug gekeerd in haar bakermat. De nieuwe emigranten waren Mennonieten uit Rusland die vanaf 1870 de Canadese prairies bevolkten. Zij namen uit hun geboorteland een oude bekende mee maar nu uitgeselecteerd tot een volwaardig en modern voedingsgewas.
Er zijn inmiddels ontzettend veel prachtige kleuren en vormen te krijgen. Los van Helianthus annuus, verreweg de meest bekende zonnebloem, zijn er ook prachtige overblijvende soorten.

Totaal: 1 van 0 tot 8
Pagina:

Terug naar overzicht