Punica Granatum

De granaatappel is een van de vruchten uit het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied. Het is ook een van de oudst bekende vruchten. Koning Salomo zou een boomgaard bij zijn paleis hebben gehad vol met granaatappelbomen. Een granaatappel stond voor een leven in overvloed. In het Babylonische rijk werd de vrucht opgediend bij huwelijksfeesten en stond symbolisch voor liefde en vruchtbaarheid. Later zou de profeet Mohammed zijn zegen aan de vrucht hebben gegeven door te stellen, dat het eten van de vrucht haat en ijverzucht uitbant. Ook bij de Moren was de vrucht bekend. De granaatappel staat in het christendom symbool voor Gods zegen en zijn hemelse liefde. Het rode sap van de granaatappel staat symbool voor het martelaarsbloed. De dicht bij elkaar zittende pitten omsloten door de vrij harde schil symboliseren de christelijke gemeenschap. De granaatappel zie je vaak terug op oude religieuze afbeeldingen. 


In het Middellandse Zeegebied is de granaatappel een kleine boom of een grote struik en wordt daar tot vijf meter hoog. In ons klimaat blijft het een struik van maximaal 2 meter hoog. De granaatappel is bij ons een kuipplant en moet in de late herfst in een koele kas of oranjerie  vorstvrij overwinteren. Een granaatappel groeit langzaam en bloeit pas zes tot acht jaar na het zaaien.

Hoewel de vruchten in ons klimaat niet tot volle rijpheid zullen komen, is de struik meer dan de moeite waard. Al is het alleen maar om de decoratieve felrode bloemen, die in de zomer verschijnen. Vanuit deze bloem ontwikkelen zich de vruchten.  
De vrucht bevat veel bruinzwarte zaden. Deze zaden kunnen in het voorjaar  en gedurende de zomer worden gezaaid. De bodemtemperatuur moet dan wel op een temperatuur van 15° - 20° C. worden gehouden. Naast zaaien is ook d.m.v. stekken deze plant prima te vermeerderen. Een stek met hieltje kan in het najaar worden genomen, ook bij vegetatieve vermenigvuldiging moet een warme bodemtemperatuur worden aangehouden.  Plant een granaatappel in een diepe kuip. De grond moet goed water doorlatend zijn. Vanaf de vroege lente tot aan het begin van de winter moet de struik regelmatig bemest worden. Eén keer per twee weken kamerplantenmest geven voldoet prima. Tijdens de rustperiode in de winter mag er geen mest meer worden gegeven en wordt het water geven beperkt tot één keer per maand. Een granaatappel groeit in de volle zon op een beschutte plaats. Wij bieden u circa 100 zaden per zakje aan.